In een gezinshuis wonen gemiddeld 3 tot 6 uithuisgeplaatste kinderen samen met de gezinshuisouders en hun eigen kinderen. In een normaal huis in een gewone buurt. Deze ouders zijn de vaste opvoeders, vormen de vaste basis. Ze bieden naast veiligheid en rust ook een professionele begeleiding. Anders dan in bijvoorbeeld een leefgroep is dat 24 uur per dag en 7 dagen per week. En anders dan in een pleeggezin zijn de ouders professionele opvoeders.
Gezin als basis
Soms komt de ontwikkeling en veiligheid van jongeren in gevaar door de gezinssituatie. Als het thuis niet meer lukt, wordt tot uithuisplaatsing besloten. Meestal gedwongen, soms vrijwillig. Wij zijn ervan overtuigd dat deze jongeren het beste af zijn als ze binnen een gezinsverband opgroeien. Door middel van het “gewone” leven in een gezin is het mogelijk om weer een basisgevoel van veiligheid te ervaren. En om volop mee te doen in de maatschappij en zo zelfvertrouwen op te bouwen. We gaan uit van de mogelijkheden in plaats van beperkingen. Iedereen is uniek en beschikt over bijzondere capaciteiten en talenten. Daarop ligt de focus in plaats van op wat niet goed gaat.
Gezinshuisouders maken het verschil
In een gezinshuis vinden kinderen en jongeren structuur, veiligheid en geborgenheid. Vaak is er sprake van complexe problematiek die vraagt om professionele begeleiding. Gezinshuisouders zijn experts in opvoeden. Ze hebben altijd een achtergrond in de zorg voor jeugd. En beschikken over de juiste eigenschappen waarmee ze kinderen kunnen leren om weer vertrouwen in volwassenen te ontwikkelen.